Etten herinnert Vincent

Zoekend naar herinneringen aan Vincents verblijf in Etten-Leur kan men speuren naar personen die Vincent nog gekend hebben, naar plaatsen in Etten-Leur waar hij getekend heeft, en naar tekeningen die mogelijk uit zijn Ettense tijd zijn overgebleven. Anno 1990 zijn er in Etten-Leur geen personen meer die Vincent van Gogh persoonlijk gekend hebben. In 1926 was dat nog wel het geval: Benno Stokvis bezocht onder andere Etten-Leur en ondervroeg een aantal tijdgenoten van Van Gogh en deed daarvan verslag:

De volgende personen zijn alhier door mij ondervraagd:

  J.A. Oostrijck

Minus, de broer
van J.A. Oostrijck

« vergroot »
Diens vader was onder Ds. Van Gogh ouderling. Vincent kwam bijde Oosterycks veel over den vloer en teekende dan in het binnenhuis en de graanschuur. Eenmaal heeft hij zeer gelijkend portret gemaakt van zegsmans moeder. Ook de vader is door Vincent vereeuwigd op een groot schilderij: bezig zijnde met ploegen op den akker.
Volgens den zoon geleek het conterfeitsel van den boer zelf niet, doch voor de rest "een photo kon het nietprachtiger doen". Toen het doek afwas, ontviel den ouden Oosteryck de opmerking dat de schilder vergeten had den hond er op te zetten. Welwillend heeft Vincent dien daarop erbijge- penseeld. Wie bij Vincent in een goed blaadje stond ("goed bij hem in de geur stond") mocht meer dan eens van hem een teekening ontvangen. Vincent werkte veel in de omgeving van het dorp; onder de boeren was hij zeer gezien. - Als hij uitging om te arbeiden, droeg hij meest een soort regenjas en een zuidwester. Ook over het algemeen was hij "rauw" gekleed. Met een klein vouwstoeltje onder den eenen arm en een vierkant raam (??) onder den anderen, kon men hem dagelijks zien loopen, steeds recht voor zich Uit ziende en van de menschen nam hij weinig notitie. - Zonder dat hij. opvallend zonderlinge dingen deed, leek hij. toch een vreemd man. Schilderde Vincent, dan zag hij. zich niet gaarne bespied; keek men langer toe dan hij wenschte, dan trof den nieuwsgierige onbeschroomd het verzoek zich te verwijderen. Hij was soms lang niet mak.
Tegenover de armen betoonde hijzich dikwijls buitengewoon Vrijgevig: hijheeft eens aan een bede laar zijn eigen bijna nieuwefluweelen pak weggegeven. Zijnen vader stelde Vincent bijwijlen teeke ningen ter hand om aan de kerkeraadsleden Uit te deelen. Werd een teekening niet "piekfijn" naar zijn zin, dan verscheurde hij ze onmiddelijk.
Het samenvattendoordeel over 's schilders werk luidt kort geformuleerd: "alles wat hij maakte werd zoo precies als een foto."

Benno Stokvis, 1926

  A. de Graaf
Zegsman is thans 76 jaar oud. Ten tijde van Ds. Van Gogh was hij koster in de Protestantsche Kerk. Van beroep eigenlijk timmerman, heeft hij in die qualiteit voor Vincent het bovengemelde klapstoeltje vervaardigd, dat deze placht mede te nemen wanneer hij buiten ging schilderen. Een schets voor dit stoeltje had Vincent op een plank neergekrabbeld, en naar die teekening voerde de Graaf uit. Vincent was "een goede jongen," die overal rondliep om teekeningetjes te maken. Hij was daar altijd mee bezig, en sprak alleen daarover. Hij was in het geheel niet trotsch en ging in en uit bij de arme menschen. Hij was een ernstig man, die nooit grapjes maakte. Ds. Van Gogh liet zich tegenover De Graafwel eens Uit, dat er "zoo 'n buitengewone geest in Vincent zat", en dat hij hem graag voor dominee had willen opleiden.

Benno Stokvis, 1926

  Piet Kaufmann

Piet Kaufmann op een
van Vincent's schetsen

« vergroot »
Een heden nog stoere man van 60 jaar. Hij. heeft Vincent dikwijls tot model gediend en Vincent noemt hem in de Brieven aan Theo herhaaldelijk (o.a. Brief 148: "Ik hoop ook te slagen met een goed model te vinden, b.v. Piet Kaufman, de arbeider, maar ik denk, dat het beter zal zijn hem niet hier aan huis, maar hetzij op de werf, hetzij bij hem thuis, 't zij op 't veld, te laten poseeren met een schop of ploeg of iets anders".)

(Let op de onjuiste spelling: Kaufman!)

Door de vermelding te dezer plaatse op het spoor gebracht, ging ik er op Uit om K. op te zoeken. Volgens sommigen, die ik naar hem vraagde, was hij reeds sinds lang kinderloos gestorven, doch ik weet, dat vergissing , 'menschelijk' , is en ik had de Zuidelijke phantasie der Noord-Brabanders in sommige opzichten reeds leeren kennen en besloot dus aan 's mans dood niet te gelooven, voor en aleer ik zijn grafzerk met eigen oogen zou hebben aanschouwd. Dies gaf ik den moed niet op en in een café te Leur, omstreeks een uur gaans van Etten, mocht ik hem in levenden lijve aantreffen. Hij wist zich den schilder nog helder te herinneren. Toen Kauffmann voor Vincent poseerde was hij tuinman bij Ds. Van Gogh en 17 jaar oud. In de pastorie, vooral op Zaterdagen, teekende Vincent hem dikwijls: Kauffmann stond dan meestal met hark ofschop. Vincent heeft hem ook eenige malen als zaaier geteekend met een kleed over de schouders hangend.
Vincent was bijwijlen uren met een teekening bezig: hij werkte zoo lang tot hij precies tot uitdrukking had gebracht wat hij wilde. De toenmalige dienstbode van Ds. Van Gogh vertelde wel, dat Vincent soms hele nachten door bleef schilderen: als zijn moeder's morgens beneden kwam, vond zij hem menigmaal nog aan den arbeid. - Dikwijls gunde Vincent zich zelfs niet den tijd om koffie te drinken; riep zijn moeder hem dan al keer op keer, hij antwoordde:
"Ja, ik kom", doch verscheen desondanks meestal in het geheel niet, of meer dan een uur later. Vincent wandelde gewoonlijk met een map onder den eenen arm en een stoeltje onder den anderen, en placht het hoofd ietwat schuin te houden: "hij liep altijd vol gedachten". nooit zag hij iemand op straat: "hij. was een raar ventje."
Kauffmann heeft wel eens teekeningen ten geschenke ontvangen, doch die zijn bij verhuizingen zoek geraakt. Naar zegsmans schatting, zoude hij wel dertig à vijftig maal voor Vincent hebben geposeerd.

Benno Stokvis, 1926

  C. Kerstens
Is sinds jaren woonachtig op een buiten-hoeve. Hij heeft Vincent gekend, hoewel deze weinig dien kant uitkwam. Uitdrukkelijk wordt opgegeven dat Vincent vrijwel uitsluitend bij de Protestanten teekende en schilderde. De kunstenaar had "eigenaardige" manieren. Gewoonlijk liep hij geheel alleen. Hij was "stoer" gebouwd.

Benno Stokvis, 1926



terug naar de vorige pagina... terug naar de bovenkant van de pagina...